(63:3) Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer; (63:4) Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen. (63:5) Alzo zou ik U loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. (63:6) Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen. (63:7) Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken. (63:8) Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. (63:9) Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij.