En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; En zeide tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd. En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden.